een boek uit 1516
Een post-incunabel uit 1516
Een antiek boek uit 1516, een zogenaamd post-incunabel, uit de periode net na de wiegedruk, iets na het ontstaan van de boekdrukkunst werd gedrukt in Lyon bij Jean de Jonvelle (alias Piston) en is getiteld “Epistole Ovidii cum commento”, “liber heroidum epistolarum”. Het bevat de “brieven van heldinnen” in het Latijn geschreven door de Romeinse dichter Publius Ovidius Nasonis rond het begin van onze tijdrekening in een toen baanbrekende en vernieuwende dichtvorm. De heldinnen zijn vrouwen, voornamelijk uit de Griekse mythologie, die brieven schrijven naar hun beroemde mannen of geliefden. Aan de hand van houtsneden uit het boek en een beknopte aanhef bij elke brief geef ik een korte inkijk in dit uitzonderlijk en zeldzaam boek.
We beginnen met de houtsnede horend bij de aanhef van de eerste brief, die van Penelope aan Ulysses (Odysseus), gevolgd door de tweede brief, die van Phyllis aan haar geliefde Demophoon. We bekijken de voorpagina van het boek en de lijst met brieven van de heldinnen.
LIBER HEROIDUM EPISTOLARUM ( boek met brieven van heldinnen)
Heldinnenbrieven is de Nederlandse term voor heroïdes. Het genre ontstond in de literatuur van de klassieke oudheid en kwam in Europa tot grote bloei in de late middeleeuwen en vooral in de renaissance en de romantiek. Het klassieke voorbeeld zijn de Heroides van Ovidius, een jeugdwerk bestaande uit 21 brieven. De eerste vijftien schreef hij in naam van vrouwen (de beroemdste is die van Penelope aan Odysseus), aan hun geliefde die door oorlog, overspel of om andere redenen afwezig is. De laatste zes zijn briefparen: drie brieven van vrouwen worden gevolgd door het antwoord van de geliefden.
Overzicht van de heldinnenbrieven
- Penelope schrijft naar haar echtgenoot, Odysseus, een held van de Trojaanse oorlog.
- Phyllis, dochter van Lycurgus, schrijft naar haar geliefde Demophoon, zoon van Theseus.
- Briseis, dochter van Briseus, schrijft naar Achilles, held van de Trojaanse oorlog .
- Phaedra, vrouw van Theseus, schrijft naar haar stiefzoon, Hippolytus.
- De nimf Oenone schrijft naar Paris, zoon van Priamus.
- Hypsipyle, koningin van Lemnos, schrijft naar Jason.
- Dido schrijft naar Aeneas .
- Hermione, dochter van Menelaus, schrijft naar Orestes, zoon van Agamemnon en Clytaemnestra.
- Deianira, dochter van Oeneus, schrijft naar haar echtgenoot Hercules.
- Ariadne schrijft naar Theseus .
- Canace, dochter van Aeolus, schrijft naar haar broer en geliefde Macareus.
- Medea schrijft naar Jason .
- Laodamia, dochter van Acastus, schrijft naar haar echtgenoot Protesilaus .
- Hypermnestra schrijft naar haar echtgenoot Lynceus.
- Sappho schrijft naar haar ex-geliefde.
- Paris schrijft naar Helena.
- Helena antwoordt aan Paris .
- Leander schrijft naar Hero.
- Hero beantwoordt de brief van Leander.
- Acontius schrijft naar Cydippe.
- Cydippe antwoordt Acontius .
De eerste brief : Penelope aan Ulysses (Odysseus)
Publii Ovidii Nasonis, Epistolarum Heroidum liber, Penelope Ulyssi.
Haec tua Penelope lento tibi mittit, Ulysses. Nil mihi rescribas : attamen ipse veni.
Vrij vertaald geeft dat iets in de zin van:
Gij Penelope, daar gij er lang over doet om mij, Ulysses, een brief te sturen ben ik zelf gekomen.
De tweede brief : Phyllis aan Demophoon.
Phyllis, dochter van Lycurgus, schrijft aan haar geliefde Demophoon, zoon van Theseus, dat hij zijn belofte om terug te keren niet heeft ingelost.
Vrij vertaald luidt de aanhef als volgt:
Jouw huisvrouw, Demophoon, ik jouw Phyllis van Rhodope, zeg dat je langer wegblijft dan je beloofde.
Phyllis betekent “tak met groene bladeren “ in het Grieks. Rhodope is een Grieks deel van Thracië.
Een van de verhalen uit de Griekse mythologie omtrent het lot van Phyllis vertelt dat Phyllis wegens het lang wegblijven van haar geliefde Demophoon wegkwijnt en uiteindelijk zelfmoord pleegt. Bij zijn terugkeer vindt Demophoon een boom op de plaats waar Phyllis begraven ligt. De triptiek toont het vertrek van Demophoon (links) en zijn belofte om terug te keren (midden). In het tafereel rechts vindt hij de bewuste boom.