Met een veer geschreven.
Oude geschriften
Bij mijn zoektocht naar mijn voorouders ben ik onvermijdelijk oude geschriften en akten tegengekomen in moeilijk te lezen handschrift, in het Latijn , in verouderd Nederlands, in verouderd Frans, met in onbruik geraakte woorden en uitdrukkingen en geschreven met een al dan niet versleten ganzenveer met inktvlekken op strategische plaatsen tot gevolg. Het lezen en ontcijferen wordt bovendien nog bemoeilijkt door de staat waarin sommige oude archieven verkeren. Om te oefenen met het ontcijferen van oude geschriften had ik naast de paar honderd akten uit mijn kwartierstaat ook een kleine verzameling antieke documenten vergaard waarvan sommige mooi en interessant genoeg zijn om op deze website te worden voorgesteld. We gaan van een overeenkomst tussen edele heren uit de 16e eeuw, via een verkoopsovereenkomst uit de 17e eeuw naar een mooie brief uit de 18e eeuw afkomstig uit een inmiddels verdwenen abdij in Brugge.
Het eerste voorbeeld is een geschrift uit 1592 opgesteld in oud Frans ten huize van Seigneur Jean de Mastaing in Brugelette. Naast de akte staat de transcriptie evenals de vertaling naar het Nederlands.
Nous Jean de Masteijn Seigneur de Masteijn promettons au Seigneur de Nisdael de luij advancer ou a celuij qui de sa part me monstrera la presente la somme de quatre cents florins de brabant a la chandelleuse prochaijnement venant sans faute et a la St Jean prochijnement venant autres deux cent florins de bt et ce sur les arrierages que le Seigneur de Masteijn doit a – aux heritiers de feu Mons de Waroux a condition que le Sr de Nisdael luij promet reciproquement de lindemner envers les coheritiers. Fait a Brugellette ce 16 d’octobre 1592.
Jean de Mastaing J Zelebeke
Wij, Jean de Masteijn, Heer van Masteijn, beloven aan de Heer van Nisdael van aan hem of aan diegene die mij in zijn naam dit document zal tonen de som van vierhonderd brabantse florijnen te overhandigen op de eerstvolgende Maria Lichtmis, zonder fout en op de eerstkomende dag van St Jan nogmaals tweehonderd brabantse florijnen en dat op de achterstallen die de Heer van Masteijn verschuldigd is aan de erfgenamen van wijlen Heer van Waroux op voorwaarde dat de Heer van Nisdael hem wederzijds belooft om hem vrij te stellen van zijn verplichtingen tegenover de mede-erfgenamen.
Gedaan te Brugellette deze 16 october 1592
Getekend Jean de Mastaing J Zelebeke
In die tijd werden afbetalingstermijnen vaak gekoppeld aan kerkelijke feestdagen. Zo staat bijvoorbeeld “la chandelleuse” voor Lichtmis. De overeenkomst werd opgesteld door een zekere J. Zelebeke uit een geslacht van een soort “notarissen (avant la lettre)” uit Brugge. Hij schrijft Brugelette als Brugellette.
1689
Het tweede voorbeeld komt uit 1689. Het betreft een schuldbrief. Wel mooi geschreven maar toch niet zo simpel om te ontcijferen.
Den procur(ator) de puydt heeft aen mij onderschreven hedent negenden maerte 1689 gegeven een assign(atie) op paschier dhaveloose van een pont thien schellingen grooten mitsg(aders) noch ene andere van twijntigh schellingen ses grooten op Jaques Focquaert ende noch ene op Jan de Zuttere van vijfentwintich schellingen grooten beloopende tsamen drije ponden vijfthien schellingen ses grooten (……) coopen van lant bij hun gecocht den ( vrijtmaend) 1689 alles ter goeder (rekening) van (trauw) den selven de puydt mij schuldich is, toorconden negen maerte 1689
Jan van Paemel
1689
Het derde document is een mooie brief van Leopoldus Zoetaert, kanunnik uit de vroegere abdij Eeckhoutte in Brugge, aan zijn nicht, mooi met vaste hand geschreven en mooi en vertederend van inhoud. De brief dateert van 1724.
1724
Brugge den 7 en augst 1724
Jouffrauw ende nichte
Hebbe met groot contentement ende plaisier ontfanghen gisteren merghent UE missive door dewelke UE mij heeft ghelieft te informeeren van de resolutie die UE ghenomen heeft van UE te engageren in den huwelijcken staet met mijn heere den secretaris Bisscop, waer over ick UE ende cosijn uuijt der herten ben veel geluckh wenschende, verhopende dat het tendeeren sal tot de saligheijdt van beijde de zielen, daerinne het al besloten is, niet alleen dit leven, maer het toekommende tot in der eeuwigheijdt alwaer ick hope UE met cosijns te sullen sien, daerentuschen presenteerende mijne dienst ende kleine gebeden, blijfend met alle respect, ende de groetenisse aen cosin den secretaris, mama, maseur ende cosijns, aen de welcke ick oock ben veel gelucksch weinschende.
Joufurauw ende nichte
UE ootm. ende geaffect. dienaer ende cosijn Leopoldus Zoetaert , can:abb: de Eeckhoutte.
klik op de brief om te vergroten
Voor de aardigheid heb ik enkele woorden uit enkele oude teksten afgezonderd. Van links naar rechts, van boven naar onder staat er achtereenvolgens ; residerende, betaelt, Ghendt, bedraeght, ende plaisier, tsamen drije ponden, wisselghelt, twijntich.
En voor diegenen die zelf met het ontcijferen willen oefenen volgt hierna nog een vrij lange tekst uit 1703 over de verkoop van laken.
een selectie oude akten
Uit de paar honderd akten met betrekking tot geboorte, doop, huwelijk en overlijden van onze voorouders heb ik een kleine selectie gemaakt van vrij goed leesbare en mooie voorbeelden van met de ganzenveer door zorgzame pastoors geschreven documenten uit de parochieregisters.
De exemplaren in mijn bezit zijn fotokopieën van slechte kwaliteit genomen van slechte kopieën van de originele akten die in sommige gevallen zelf al in bedenkelijke staat waren na alle oorlogen, branden en ander onheil waaraan ze werden blootgesteld tijdens hun bestaan van enkele honderden jaren. Bovendien werden ze met de ganzenveer geschreven door zorgzame pastoors maar ook door slordige pastoors die met versleten veren schreven en vlekken maakten.We mogen ook niet vergeten dat 400 jaar geleden papier een duur materiaal was. De akten werden daarom vaak compact en dicht bij mekaar geschreven en zwierige halen aan bepaalde letters in één akte vindt men soms doorheen drie of meer opeenvolgende akten terug . Dit alles om te verklaren waarom het ontcijferen van die documenten soms een huzarenstukje is. Om de zaak toch enigszins leesbaar te houden heb ik de kopieën ingescand en er de volgende bewerkingen op toegepast. Eerst ontrafeld, dit wil zeggen dat ik de in elkaar verstrengelde akten electronisch uit mekaar gehaald heb, soms pixel per pixel. Daarna opgekuist, d.w.z. de eigenlijke woorden afgezonderd van de achtergrondruis afkomstig van het achtereenvolgend kopiëren. En tenslotte werd de bekomen tekst electronisch verscherpt waar nodig om de zichtbaarheid te verbeteren en op een formaat gebracht dat past bij de rest van de bladzijde. Dat is een waar titanenwerk geweest maar het resultaat is soms adembenemend mooi. Uit een ogenschijnlijk warrige onleesbare vlekkenmassa komt een schitterende tekst te voorschijn, een lust voor het oog. Als je zo tewerk gaat en die prachtige akten als het ware ziet herboren worden dan heb je het gevoel mee te kijken over de schouder van de pastoor die met zijn ganzenveer met sierlijke halen over onze voorouders zit te schrijven, nu drie of vierhonderd jaar geleden. Nadat ik bovendien elk woord afzonderlijk had bewerkt had ik het gevoel die pastoors één voor één persoonlijk te kennen. Hun woordgebruik, hun manier van schrijven, komen mij nu bekend voor en hebben het ontcijferen van die oude akten echt vergemakkelijkt. Je kan bijna zien hoe ze de ganzenveer vasthielden en waar en wanneer ze in de inkt gedoopt werd. Tijdrovend werk maar zeer de moeite waard. In alle gevallen werden de teksten met het grootste respect behandeld. Dat wil zeggen dat de electronische hulpmiddelen alleen gebruikt werden voor het verbeteren van de leesbaarheid maar dat verder geen enkel woord of geen enkel streepje of sierlijke haal of dikte van een lijn ook maar iets gewijzigd werd. Aan de authenticiteit werd absoluut niet geraakt.
Doopakte van Philippus Jacobus Laureyns ( 80 ) Sint Jan in Eremo, 1 maart 1768
1a Martii hora 4a matutina natus et baptizatus est in sacello de Bentille philippus jacobus filius legitimus posthumus petri Laureijns Baptizati in capricke et judoca Vergeile Baptizatae in oudenman aetatis 32 annorum. susceptores fuerunt philippus antonius huijge et joanna maria van damme.
Quod attestor B.B.Valcke Pastor Si joannis in Eremo
Eerste Maart om vier uur in de morgen is geboren en gedoopt in de kapel van Bentille Philippus Jacobus wettelijke en posthume zoon van Petrus Laureijns gedoopt in Kaprijke en Judoca Vergeile gedoopt in Oudenman oud 32 jaar. Doopheffers waren Philippus Antonius Huijge en Joanna Maria Van Damme.
Dit alles bevestigd door B.B.Valcke Pastoor van Sint Jan in Eremo
Er zijn twee bijzonderheden aan deze akte. De vader, Petrus Laureyns, is reeds overleden en de doop vindt plaats in de kapel van Bentille en niet in Sint Jan in Eremo waar het kind geboren is. De reden is dat sommige inwoners van Sint Jan in Eremo zo baldadig waren dat de pastoor voor de dopen zijn toevlucht moest nemen tot die kapel uit veiligheidsoverweging.
Bruidegom, bruid en getuigen hebben ondertekend met een aandoenlijk kruisje wegens ongeletterdheid. Die kruisjes zijn de enige sobere eigenhandig geschreven souvenirs van deze voorouders.
Huwelijksakte van Joannes Baptista de Pauw (128 ) en Isabella Theresia van Kerckvoorde ( 129 ) Sleidinge 21 juni 1792
Die 21 junii 1792 praevus tribus bannis contraxerunt matrimonium coram me infrascripto joannes baptista de Pauw filius Christophori et isabella theresia van Kerckvoorde filia Segeri hic nati et habitantes majorennes.testibus ferdinando de Pauw fratre sponsi et joanna maria van Kerckvoorde sorore sponsa hic habitantionis.
J. De Wulf , pastor
Signum joannis Baptista X de Pauw Signum isabella Theresia X van Kerckvoorde
Signum ferdinandi X de Pauw Signum Joanna Maria X van Kerckvoorde
Op 21 juni 1792 na de drie bannen , hebben het huwelijk aangegaan voor mij ondergetekende, Joannes Baptista De Pauw zoon van Christophorus en Isabella Theresia Van Kerckvoorde dochter van Seger, hier geboren en wonende meerderjarigen getuigen waren Ferdinand De Pauw, broer van de bruidegom en Joanna Maria Van Kerckvoorde zus van de bruid, hier wonend. J. De Wulf, pastoor.
Doopakte van Petrus Jacobus Laureyns ( 160 ) Kaprijke 27 Maart 1706
27 Baptisatus est petrus jacobus filius jacobi Laureijns et Joannae verhofstede conjuguum. susceptores Dominus Cornelius de Coorebijter filius gisleni et domicella maria catharina de Laet . natus aedem circa primam mane.
27 is gedoopt petrus jacobus zoon van Jacobus Laureijns en joanna verhofstede, echtgenoten. De doopheffers waren Edele Heer Cornelius de Coorebijter zoon van gislenus en Jonkvrouw maria catharina de Laet. Geboren heden omstreeks één uur in de vroege morgen.
Het is mij niet duidelijk waarom deze notabelen zijn opgetreden als doopheffers.
Doopakte van Seger van Kerckvoorde(258) Sleidinge 24 januari 1707 ( geboren op 23 januari )
Die vigesima quarta Jary(January) 1707 baptizavi sub conditione Segerum van Kerckvoorde filius Joannis et Livine de Smet conj(ugum) natum die prefata circa secundam nocturnus baptisatus prius in necessitate ab obstetrice susceperunt in cathechismo Segerus van de velde et magdalena Buysse.
Op 24 januari 1707 heb ik gedoopt onder voorbehoud Seger van Kerckvoorde zoon van Joannes en Livine de Smet, gehuwden, geboren de vorige dag rond twee uur in de nacht, voorafgaand in noodgeval gedoopt door de vroedvrouw. Doopheffers waren Seger van de Velde en Magdalena Buysse.
Het betreft hier een nooddoop door de vroedvrouw. Het was nipt maar de kleine Seger heeft het toch gehaald.
Doopakte van Jan de Pauw(512) Sleidinge 11 maart 1691
Die undecima Martij 1691 baptizavi Joannem filium petri de pauw et judoca de pauw conjugum,natum eodem die circa quintum matutinam,suscepiit Joannes Grootaert. De Wispelaere,vice pastor 1691
De elfde maart 1691 heb ik gedoopt Joannes zoon van Petrus de Pauw en Judoca de Pauw, gehuwden, geboren vandaag omstreeks vijf uur in de morgen.Doopheffer Joannes Grootaert. De Wispelaere,onderpastoor 1691
Dit is met voorsprong de mooiste akte die ik bezit. Met dank aan onderpastoor De Wispelaere voor het zwierig, evenwichtig en vlekkeloos handschrift. Waren alle pastoors of onderpastoors maar zo’n goede schrijvers geweest, het ontcijferen zou er wel bij gevaren hebben.
Huwelijksakte van Christoffel de Pauw ( 256 ) en Joanna Theresia Schijvens ( 257 ) Lovendegem 29 juli 1755
Die 29a julii praevus sponsalibus et tribus bannis contraxerunt matrimonium coram me infrascripto Christophorus de Pauw et Joanna Theresia Schijvens testes fuerunt Judocus Bauwens et Maria Jacoba Schijvens. J.F.Abbate,pastor
Op 29 juli , voorafgegaan van ondertrouw en van de drie roepen ( bannen) sloten een huwelijk voor mij ondergetekende, Christophorus de Pauw en Joanna Theresia Schijvens.getuigen waren Judocus Bauwens en Maria Jacoba Schijvens. J.F.Abbate,pastoor
Nog zo’n zorgzame pastoor met een mooi handschrift die de ganzenveer meesterlijk hanteert.
Huwelijksakte van Joannes Lauwereyns ( 640 ) en Christina Schuermans ( 641 ) Sint Laureins 9 januari 1648
9 Junxi matrimonio Joannem Lauwerijns et Christinam Schuermans Pres(entibus) Matheo oste et Elisabetha bats
De negende zijn verbonden in het huwelijk Joannes Lauwereyns en Christina Schuermans in het bijzijn van de getuigen Matheus Oste en Elisabeth Bats.
We zijn in 1648 en we zien dat de gegevens over de echtelieden tot een minimum beperkt worden.
Voor de aardigheid laat ik hiernaast een document zien in zijn oorspronkelijke staat d.w.z. een slechte kopie van een slechte kopie van een originele akte uit een gehavend parochieregister uit 1727, meer bepaald de doopakte van Christoffel De Pauw(256), Sleidinge 19 maart 1727.
Het hoeft geen verder betoog dat het ontcijferen en leesbaar maken van dergelijke documenten een hels karwei was. Gelukkig was het niet met alle akten zo erg gesteld.
Op het beeld van een deel van een bladzijde uit het parochieregister staan drie doopakten uit 1727. De bovenste, die ons interesseert, is de doopakte van Christoffel De Pauw(256) van 19 maart. Gelukkig voor ons nog redelijk goed te lezen. De andere twee akten van 20 en 22 maart zijn nog veel moeilijker te ontcijferen.
De tekst luidt als volgt:
19 martij 1727 baptizavi christophorum fs(filius)joannis de Pauw et petronelle de Walsche conj(ugum) natum hodie hora 1a(prima) vesp(ertinum) sus(ceperunt) Christophorus de Walsche et maria barbara de Wolf.